Aanhoudende Hitte in Zuid-Korea Leidt tot Stijgende Zomerfruitprijzen
Seoul (vrijdag, 11 juli ‘25)
Door een hittegolf in Zuid-Korea zijn de prijzen van zomerfruit sterk gestegen, met watermeloenen en perziken aanzienlijk duurder dan vorig jaar. De overheid reageert met een begroting van 31,8 biljoen won.
Prijsstijgingen als Gevolg van Een Aanhoudende Hittegolf
De aanhoudende hittegolf in Zuid-Korea heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van de prijzen van zomerfruit, zoals watermeloenen en perziken. Volgens de Korea Agro-Fisheries & Food Trade Corporation (aT) zijn de prijzen van watermeloenen met 36,7% gestegen, terwijl de prijs van perziken met 5,94% is toegenomen in vergelijking met vorig jaar[1].
Overheidsmaatregelen en Begrotingsimplicaties
De Zuid-Koreaanse overheid heeft gereageerd op de prijsstijgingen door een tweede aanvullende begroting van 31,8 biljoen won aan te kondigen. De regering streeft ernaar de stabiliteit van de voedselvoorziening te waarborgen door middel van pre-aankoopcontracten en andere maatregelen[2]. Deze begrotingsmaatregelen zijn erop gericht om de gevolgen van de extreme hitte te verzachten door de beschikbaarheid van landbouwproducten te verbeteren[3].
Economische Impact op Nederlandse Investeerders
Deze prijsstijgingen en overheidsmaatregelen in Zuid-Korea kunnen ook gevolgen hebben voor Nederlandse investeerders en bedrijven die actief zijn op Zuid-Koreaanse markten. De veranderende economische situatie kan invloed hebben op de handelsrelaties en marktdynamiek. Nederlandse bedrijven in de voedingssector, die afhankelijk zijn van Koreaanse producten, kunnen te maken krijgen met hogere kosten en aangepaste contractvoorwaarden door de fluctuerende prijzen[4].
Toekomstperspectieven en Waarschijnlijke Scenario’s
Gezien de aanhoudende hitte kan de prijs van zomerfruit naar verwachting blijven stijgen. De voorspelling is dat deze situatie de komende maanden zal aanhouden, waardoor er aanhoudende druk op de voedselprijzen ontstaat[1][2]. Voor Nederlandse investeerders betekent dit dat ze voorbereid moeten zijn op verdere prijsvolatiliteit in hun overzeese handel met Zuid-Korea.