Nikkei en Asahi Shimbun klagen Perplexity AI aan voor auteursrechtenschending

Tokio (dinsdag, 26 augustus ‘25)
Nikkei en Asahi Shimbun eisen schadevergoeding van 2,2 miljard yen wegens ongeautoriseerd gebruik van hun artikelen door AI-bedrijf Perplexity. Deze rechtszaak benadrukt de groeiende juridische uitdagingen rond AI en auteursrechten in Japan.
Achtergrond en Reden van de Rechtszaak
Op 26 augustus 2025 hebben Nikkei en Asahi Shimbun een rechtszaak aangespannen tegen het Amerikaanse bedrijf Perplexity. De aanklacht is ingediend bij de rechtbank in Tokio en draait om het vermeende ongeoorloofde gebruik van journalistieke content door Perplexity via hun AI-gestuurde zoekmachine [1][2]. Naast een schadevergoeding van 2,2 miljard yen per mediabedrijf, eisen Nikkei en Asahi een verbod op het gebruik van hun artikelen zonder toestemming [3]. Deze juridische stappen benadrukken de groeiende zorg over de bescherming van auteursrechten in het tijdperk van AI-technologie.
Technologische Uitdagingen voor Auteursrechten
De AI-zoekmachine van Perplexity maakt gebruik van generatieve AI om inhoud te verzamelen en samen te vatten, zonder expliciete toestemming van de originele content aanbieders [2]. Deze werkwijze stuit op hevige kritiek van mediabedrijven die stellen dat dit een schending is van hun intellectuele eigendomsrechten. In Japan is er, net zoals elders, een toenemende zorg dat de huidige wetgeving niet voldoende rekening houdt met de snelle opmars van AI-technologieën [4]. Het ministerie van Economische Zaken, Handel en Industrie heeft al aangegeven dat er nieuwe wetgeving nodig is om de rechten van contentmakers te beschermen [4].
Internationale en Zakelijke Implicaties
De rechtszaak van Nikkei en Asahi Shimbun tegen Perplexity plaatst een schijnwerper op de bredere juridische en ethische vraagstukken rond AI en auteursrechten. In de Verenigde Staten zijn soortgelijke rechtszaken aangespannen, wat aangeeft dat dit een universeel probleem is [5]. De uitkomst van dit juridische geschil kan verstrekkende gevolgen hebben voor AI-bedrijven wereldwijd, die mogelijk hun strategieën moeten aanpassen om te voldoen aan striktere regelgeving [6]. Voor Nederlandse bedrijven met belangen in technologie en media kan dit een signaal zijn om proactief te kijken naar hun eigen naleving van internationale auteursrechten [GPT].
Gevolgen voor de AI-Industrie
Indien de rechtszaak resulteert in een oordeel dat de praktijken van Perplexity ontoelaatbaar zijn, zou dit als jurisprudentie kunnen dienen voor toekomstige gevallen wereldwijd [4]. Dit zou AI-ontwikkelaars dwingen innovatieve oplossingen te vinden voor het probleem van databronverwijzing en compensatie voor digitale inhoud [5]. De zaak benadrukt tevens de noodzaak van een evenwicht tussen technologische innovatie en de bescherming van auteursrechten, een uitdaging waar regelgevende instanties zoals het Ministerie van Economische Zaken, Handel en Industrie mee worstelen [4].